Een nieuwe studie toont aan dat bij meer dan negen uur slaap per nacht de cognitieve functies achteruitgaan. Dit effect is nog sterker bij mensen met een depressie.
Een nieuwe studie toont aan dat te veel slapen net zo schadelijk kan zijn voor de hersenen als te weinig slaap. Het online medium New Atlas meldt dat mensen met een depressie hier bijzonder gevoelig voor zijn. Onderzoekers van het Texas Health Science Center in San Antonio wijzen op een verontrustend verband tussen slaapduur en cognitieve achteruitgang. Ze suggereren dat slaap een risicofactor kan zijn voor de hersengezondheid van mensen met een depressie.
Het team analyseerde de gegevens van 1.853 deelnemers uit een database die in het kader van een ander onderzoek was aangelegd. Alle deelnemers waren vrij van dementie of een beroerte en waren gemiddeld 50 jaar oud. De patiënten werden ingedeeld op basis van hun slaapduur: kort (minder dan zes uur), gemiddeld (zes tot negen uur) of lang (meer dan negen uur). Aan de hand van neuropsychologische tests werden hun cognitieve functies beoordeeld, waarbij ook rekening werd gehouden met depressieve symptomen en het gebruik van antidepressiva.
De resultaten zijn duidelijk. Meer dan negen uur per nacht slapen gaat gepaard met een afname van de algemene cognitieve prestaties. Dit fenomeen is nog sterker bij mensen met depressieve symptomen, ongeacht of ze antidepressiva gebruiken. Zelfs bij deelnemers zonder depressieve symptomen kan het negatieve effect van overmatig slapen worden vastgesteld, zij het in mindere mate.
Streef naar het juiste midden
Vanessa Young is klinisch onderzoekscoördinator bij het Biggs Institute, een afdeling van het Texas Health Science Center die zich bezighoudt met de ziekte van Alzheimer en neurodegeneratieve aandoeningen. Als auteur van de studie legt ze uit: “Mensen die lang slapen, melden vaker symptomen van depressie. Slaap kan een beïnvloedbare risicofactor zijn voor cognitieve achteruitgang bij mensen met een depressie.”
Hoewel het verband tussen overmatig slapen en cognitieve achteruitgang wordt bevestigd, moet de precieze aard van deze relatie nog worden onderzocht. De studie laat geen causaal verband zien. Bovendien werd de slaapduur waarmee de deelnemers werden ingedeeld, door hen zelf aangegeven, wat kan leiden tot vertekening door herinneringen of perceptie van de werkelijk geslapen tijd.
De onderzoekers roepen daarom op tot longitudinale studies over een langere periode, met meer diverse populaties en objectieve metingen van de slaap, om de onderliggende mechanismen van dit fenomeen beter te begrijpen.
Deze resultaten tonen echter aan dat onze cognitieve prestaties op de een of andere manier verband houden met onze slaap. Aanvullende studies kunnen wellicht leiden tot een beter begrip en een betere behandeling van depressieve symptomen. In afwachting daarvan is het raadzaam om te streven naar een gulden middenweg, met nachten die niet te kort… en niet te lang zijn.