Hoewel de archaeopteryx aanvankelijk werd geïdentificeerd als de voorouder van de moderne vogels, werd hij geleidelijk aan gedegradeerd, met name vanwege twijfels over zijn vermogen om met zijn vleugels te vliegen. Maar een nieuwe studie maakt eindelijk een einde aan dit deel van de discussie: ja, de archaeopteryx kon inderdaad vliegen!
In 1861 werd de allereerste dinosaurus met goed bewaarde veren ontdekt. Een belangrijke vondst, die de Archaeopteryx onmiddellijk positioneerde als de voorouder van de vogels en dit fossiel beroemd maakte.
Toch bleef er meer dan 160 jaar na de ontdekking twijfel bestaan over de fylogenetische positie van de Archaeopteryx.
Aanvankelijk werd hij beschouwd als behorend tot de clade van de Avialae, maar na verloop van tijd suggereerden nieuwe studies dat de Archaeopteryx misschien toch dichter bij de dinosauriërs stond dan bij de vogels.
Deze ommekeer is met name te danken aan het feit dat er sindsdien tal van gevederde dinosaurussen zijn ontdekt en dat, net zoals de kleren niet de man maken, de veren niet de vogel maken.
Archeopteryx, twijfels over zijn vliegvermogen
Archeopteryx heeft namelijk veel (volgens sommige onderzoekers te veel) kenmerken van archaïsche dinosaurussen. Sommigen suggereren dat hij eerder tot de clade Deinonychosauria behoort, waartoe veel roofzuchtige theropoden behoorden. Hij heeft bijvoorbeeld een lange benige staart, een kaak met kleine tanden en twee extra tenen die hij volledig kan strekken, een kenmerk van theropode dinosaurussen (de beroemde klauw in Jurassic Park). Bovendien hebben grondige studies van de skeletten van Archaeopteryx die tijdens opgravingen zijn gevonden, twijfel doen rijzen over zijn vermogen om te vliegen, of in ieder geval om fladderende bewegingen te maken, wat een van de kenmerken is van moderne vogels.
“In vergelijking met de meeste levende vogels heeft Archaeopteryx een zeer lange armbeen”, legt Jingmai O’Connord uit in een persbericht. “En als je probeert te vliegen, kan een lang armbeen een ‘gat’ veroorzaken tussen de lange primaire en secundaire veren van de vleugel en de rest van het lichaam. Als er lucht door deze ruimte stroomt, wordt de lift verstoord, waardoor vliegen onmogelijk wordt.”
Aan de andere kant vertoont Archaeopteryx ook kenmerken die typisch zijn voor slagvlucht, zoals de aanwezigheid van asymmetrische veren. Al deze tegenstrijdige gegevens hebben geleid tot intense discussies over het vermogen van deze kleine gevleugelde dinosaurus van 160 miljoen jaar geleden om te vliegen zoals moderne vogels.
Een uitzonderlijk skelet dat nieuwe details heeft onthuld
Maar een nieuwe studie levert misschien het ontbrekende stukje van de puzzel. Door een zorgvuldige analyse met een scanner en UV-licht van een recent in Duitsland ontdekt fossiel konden voor het eerst tertiaire veren op het armbeen worden geïdentificeerd. Deze veren zouden een aerodynamische lijn tussen het lichaam en de vleugel hebben gecreëerd. Een eigenschap die essentieel zou zijn geweest voor het opstijgen.
Deze ontdekking was mogelijk dankzij de uitzonderlijke staat van het fossiel, dat veel meer resten van zacht weefsel en details van het skelet heeft behouden dan alle andere fossielen van Archaeopteryx die tot nu toe zijn gevonden. Met behulp van de scanner konden de onderzoekers heel nauwkeurig de te conserveren zones identificeren, terwijl met behulp van UV-licht de fossiele resten van zacht weefsel, die anders onopgemerkt zouden zijn gebleven, door fluorescentie zichtbaar werden gemaakt.
De gegevens, die zijn gepubliceerd in het tijdschrift Nature, suggereren dus dat Archaeopteryx inderdaad over alle eigenschappen beschikte die hem in staat stelden om met zijn vleugels te vliegen. Andere waarnemingen wijzen er echter op dat hij zeker ook veel tijd op de grond doorbracht en in bomen kon klimmen. Het fossiel heeft echter nog lang niet al zijn geheimen prijsgegeven en we kunnen de komende jaren nieuwe onthullingen over Archaeopteryx verwachten.