31 oktober 2000 was een bijzondere dag: de laatste dag dat alle mensen op aarde waren.

aarde

Het klinkt als het begin van een sciencefictionverhaal, maar het is een stille mijlpaal in de geschiedenis van onze soort. Dinsdag 31 oktober 2000 was de laatste dag waarop alle mensen op aarde zich aan deze kant van de atmosfeer bevonden. Sindsdien is er geen moment geweest waarop de hele mensheid beperkt was tot onze thuisplaneet.

Een historische lancering. Op 31 oktober 2000 steeg een Sojoez-raket op vanaf het kosmodroom van Baikonur in Kazachstan, met aan boord Expeditie 1 van het internationale ruimtestation ISS: de Amerikaanse commandant Bill Shepherd van NASA en de Russische kosmonauten Sergei Krikalev en Yuri Gidzenko van Roscosmos.

De bemanning kwam op 2 november 2000 aan bij een nog prille ISS. Het bestond toen nog maar uit een paar modules (de Russische Zarya en de Amerikaanse Unity, in 1998 in elkaar gezet), maar sindsdien is het ruimtelaboratorium onafgebroken bezet geweest. Al 24,5 jaar lang zweeft er altijd wel iemand op zo’n 400 kilometer boven onze hoofden.

Een kwart eeuw. Het internationale ruimtestation ISS is een samenwerkingsproject van vijf ruimtevaartorganisaties (de Amerikaanse NASA, de Russische Roscosmos, de Europese ESA, de Japanse JAXA en de Canadese CSA). Het is niet alleen een symbool van internationale samenwerking, maar ook een ongeëvenaard wetenschappelijk laboratorium dat elke 90 minuten met een snelheid van bijna 28.000 km/u rond de aarde draait.

In dit kwart eeuw heeft het ruimtestation een bewoonbaar volume bereikt dat groter is dan dat van een huis met zes slaapkamers, met een spanwijdte van 109 meter en gemiddeld zeven mensen aan boord. Er kunnen maximaal acht ruimtevaartuigen tegelijkertijd aanmeren en er zijn bijna 3.000 onderzoeken uit meer dan 108 landen uitgevoerd, waarbij gebruik is gemaakt van de microzwaartekracht om alles te bestuderen van deeltjesfysica tot de effecten van ruimtevaart op het menselijk lichaam.

De ISS geeft het stokje door. Verouderd en met ouderdomsverschijnselen, zoals luchtlekken die de bemanning hoofdbrekens bezorgen, zijn de partners van de ISS van plan om het station in 2030 te verlaten, voordat een door SpaceX ontwikkeld ruimtevaartuig het naar een veilige plek sleept voor zijn terugkeer in de atmosfeer.

De strategie van NASA is duidelijk: niet langer eigenaar en hoofdoperator zijn, maar een belangrijke klant worden, zodat de voortdurende aanwezigheid van mensen in een lage baan om de aarde gewaarborgd blijft. Zo kan het onderzoek in microzwaartekracht (dat cruciaal is voor toekomstige missies naar de maan en Mars) worden voortgezet, kan de internationale samenwerking worden voortgezet en kan een commerciële ruimtevaarteconomie worden gestimuleerd.

De Verenigde Staten hebben onlangs het budget voor het ISS verlaagd in de hoop dat er snel een overgang naar nieuwe commerciële ruimtestations komt. Bedrijven als Axiom Space (met hun Axiom Station-project), Blue Origin (met hun Orbital Reef) en Voyager Space (met Starlab, in samenwerking met Airbus) ontwikkelen nieuwe particuliere orbitale platforms.

En als ze niet op tijd klaar zijn? Als de commerciële stations er in 2030 niet zijn, zal de mensheid dankzij China in een lage baan om de aarde blijven wonen. China, dat van de ISS is uitgesloten, heeft zijn aanwezigheid in de ruimte uitgebreid met het ruimtestation Tiangong, dat sinds 2022 continu bewoond is.

China is niet alleen van plan om de omvang van het station in de komende jaren te verdubbelen van drie naar zes modules, maar staat ook open voor internationale samenwerking, zoals blijkt uit de recente overeenkomst om Pakistaanse astronauten op te leiden en naar het Chinese ruimtestation te sturen.

Nu NASA zich richt op een commercieel model en de verkenning van de verre ruimte, positioneert Peking zich strategisch als een centrale speler en een mogelijk alternatief in de lage baan, vooral voor landen die buiten het Amerikaanse kader willen samenwerken.

Een veranderende omgeving. Maar er is nog een andere reden waarom de Verenigde Staten hun aandacht op de maan en Mars hebben gericht. De lage baan om de aarde wordt geconfronteerd met het steeds nijpender wordende probleem van ruimteafval. Miljoenen objecten, van dode satellieten en raketten tot kleine, onzichtbare brokstukken die zijn ontstaan door botsingen of tests met antissatellietraketten.

Dit afval reist met enorme snelheden en vormt een constant en potentieel catastrofaal risico op botsingen voor astronauten. Het ISS zelf heeft de afgelopen jaren talrijke uitwijkmanoeuvres moeten uitvoeren. Het beheersen van dit probleem door middel van betere volgsystemen (met name voor kleine objecten), het actief verwijderen van het gevaarlijkste afval en vooral het voorkomen en beperken van het ontstaan van nieuw ruimteafval (zoals het snel uit een baan halen van rakettrappen) zal van cruciaal belang zijn om de veiligheid van toekomstige bemanningen op lange termijn te waarborgen.

Voorlopig, en dat al bijna 25 jaar, blijven we de ruimte bewonen. 31 oktober 2000 was de laatste dag van een tijdperk waarin de mensheid uitsluitend aan de aarde was gebonden. Sindsdien zijn we ononderbroken een soort met een buitenaardse aanwezigheid. Het voortbestaan van de mens buiten de aarde lijkt verzekerd, maar de duurzaamheid ervan zal nog meer inspanningen en wereldwijde samenwerking vergen.