“Naarmate we ouder worden, wordt onze sociale kring kleiner, maar ook hechter”, aldus een onderzoekster op het gebied van geestelijke gezondheid.
Zelfs de meest verlegen mensen moeten zich erbij neerleggen: vrienden hebben is op veel vlakken goed voor je. Vriendschap vermindert eenzaamheid en het risico op depressie, verbetert de cognitieve functies en draagt bij aan een lang leven. Als je met pensioen gaat, verdwijnen collega’s bijvoorbeeld uit je dagelijkse leven. Vrienden worden dan een essentiële bron van verbondenheid, gezamenlijke activiteiten en emotionele steun. “Naarmate we ouder worden, wordt onze sociale kring kleiner, maar ook hechter. Mensen worden selectiever in hun relaties: ze zoeken diepere, oprechte en wederzijdse banden. Het is de kwaliteit, niet de kwantiteit die telt”, stelt Alexandra Thompson, onderzoeker geestelijke gezondheid aan de Universiteit van Newcastle in het Verenigd Koninkrijk. En dat is een goede zaak.
Volgens haar bestaat er een “magisch aantal” vrienden dat je moet hebben om een algemeen psychologisch welzijn te bereiken, zonder stress of angst. Om dit te bepalen, vroeg de onderzoekster 350 volwassenen van 65 jaar en ouder (40% mannen, 60% vrouwen) een online vragenlijst in te vullen. Om in aanmerking te komen voor het onderzoek mochten de deelnemers niet lijden aan een psychische aandoening of chronische angststoornissen.
De niveaus van eenzaamheid, depressie, angst en stress waren het laagst wanneer mensen aangaven vier goede vrienden te hebben (onder ‘goede vriend’ wordt verstaan: iemand op wie je kunt rekenen als dat nodig is, met wie je persoonlijke ervaringen deelt en met wie je regelmatig en stabiel contact hebt). Boven deze drempel leverde het toevoegen van extra vrienden geen significante voordelen op voor het psychologisch welzijn. “Het is bemoedigend om te zien dat de drempel voor het aantal goede vrienden relatief laag lijkt”, merkt de onderzoekster op. Aangezien de groep van naaste contacten van een persoon volgens de wetenschap gemiddeld uit ongeveer vijf leden bestaat, is het mogelijk dat veel ouderen deze drempel al hebben bereikt of daar dichtbij zitten“.
