Het woord ‘senior’ is tegenwoordig erg gangbaar. We horen het in reclames, op het werk, in films en zelfs in het openbaar vervoer.
Maar weten we eigenlijk wel op welke leeftijd we tot deze categorie behoren? En betekent deze overgang dat we oud zijn? Niet noodzakelijk, volgens specialisten.
Een oude oorsprong voor een woord dat nog steeds actueel is
De term “senior” komt van het Latijnse senior, wat simpelweg “ouder” of “ouderd” betekent. In onze moderne samenleving verwijst dit woord naar mensen die ouder worden, zonder dat ze als “bejaarden” worden aangeduid.
Dr. Christophe de Jaeger, gerontoloog en onderzoeker gespecialiseerd in veroudering, herinnert eraan dat we over het algemeen spreken van “bejaarden” vanaf 75 jaar.
Vóór die leeftijd bevinden we ons eerder in een overgangsperiode, tussen het actieve leven en de ouderdom.
Een variabele leeftijd, afhankelijk van het domein
Er is geen vaste leeftijd om als senior te worden beschouwd. Alles hangt af van de context.
In de arbeidswereld wordt vaak aangenomen dat een werknemer vanaf 45 jaar senior is. Deze drempel lijkt misschien vroeg, maar is gebaseerd op de erkenning van beroepservaring en verworven vaardigheden. Het is geen oordeel over de gezondheidstoestand of capaciteiten.
In de marketing wordt de grens vaak op 50 jaar gelegd. Veel reclamecampagnes richten zich op deze doelgroep, of het nu gaat om verzekeringen, gezondheidsproducten, reizen of vrijetijdsbesteding. Ook het woordenboek Larousse hanteert deze leeftijd.
Vanuit medisch oogpunt is Dr. de Jaeger van mening dat het bereiken van de seniorenleeftijd over het algemeen samenvalt met de pensioenleeftijd, namelijk rond de 60 jaar.
Dit is ook de leeftijd die door veel diensten wordt gehanteerd voor het toekennen van kortingen (vervoer, musea, bioscoop…).
Een overgangsperiode, geen einde
De term “senior” wordt soms negatief opgevat omdat hij geassocieerd wordt met een beeld van achteruitgang. Toch verwijst hij vooral naar een nieuwe levensfase.
Dr. de Jaeger benadrukt dat dit woord een overgang of een transitie tussen het beroepsleven en een nieuwe vorm van activiteit vertegenwoordigt.
Na hun pensionering blijven mensen actief door te reizen, zich in te zetten voor verenigingen en persoonlijke interesses te ontwikkelen. Deze periode biedt ook de kans om meer tijd voor zichzelf te nemen, om uit te rusten, maar ook om zich op een andere manier te ontplooien.
Het gevoel staat voorop
Naast de chronologische leeftijd is vaak de gevoelsleeftijd het belangrijkst. Sommige mensen van 60 jaar of ouder zijn in uitstekende conditie. Ze sporten, reizen en leren nieuwe dingen.
Anderen, die jonger zijn, voelen zich vermoeider of beperkter. De perceptie van leeftijd hangt grotendeels af van de lichamelijke gezondheid, maar ook van de gemoedstoestand.
Tegenwoordig kunnen we dankzij de hogere levensverwachting en de medische vooruitgang langer gezond blijven. Dit verlegt de grenzen en herdefinieert wat het werkelijk betekent om senior te zijn.
Senior zijn op 60 jaar? Ja, maar dat hoeft niet als het einde te worden gezien. Het is een nieuwe levensfase, vaak vol mogelijkheden.
Zoals Dr. de Jaeger zegt, markeert dit moment het begin van een fase waarin men op zijn eigen tempo kan leven, met meer vrijheid. Uiteindelijk gaat het niet zozeer om de leeftijd op papier, maar om hoe men elke dag leeft.