In de diepten van de grootste grot ter wereld duiken twee nieuwe zeemonsters op

zeemonsters

Twee nieuwe haaiensoorten van 325 miljoen jaar oud zijn onlangs ontdekt in het Mammoth Cave National Park in Kentucky en in het noorden van Alabama. Ze zijn geïdentificeerd als Troglocladodus trimblei en Glikmanius careforum en behoorden tot de familie van de ctenacanthidae, voorouders van de moderne haaien met kamachtige verdedigingsvinnen op hun ruggengraat.

Een uitzonderlijk grottensysteem

De Mammoth Cave, gelegen in het Mammoth Cave National Park in Kentucky (Verenigde Staten), is het langste grottensysteem ter wereld. Het staat bekend om zijn complexe netwerk van ondergrondse gangen en kamers die zich uitstrekken over meer dan 676 kilometer. Hij staat ook bekend om zijn geologische diversiteit, met spectaculaire kalksteenformaties, stalactieten, stalagmieten en andere karstkenmerken.

De eerste verkenningen van de Mammoth Cave dateren uit het begin van de 19e eeuw. In de loop van haar geschiedenis is ze voor verschillende doeleinden gebruikt, onder meer voor het winnen van salpeter tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog en als populaire toeristische bestemming in de jaren daarna.

Deze grot, die een uniek ecosysteem herbergt met organismen die zich hebben aangepast aan het ondergrondse leven, zoals ongewervelde dieren, vleermuizen en blinde vissen, levert ook af en toe fossielen op.

Twee oude roofhaaien

Onlangs hebben onderzoekers de overblijfselen geïdentificeerd van twee zeer oude haaien die meer dan 325 miljoen jaar oud zijn. Dit is echter niet de eerste keer. Enkele jaren geleden ontdekten onderzoekers namelijk een haai zo groot als een grote witte haai die ongeveer 330 miljoen jaar oud was.

Deze nieuwe opgravingen werden uitgevoerd in het kader van de Paleontological Resource Inventory, een onderzoek dat tot doel heeft de fossielenarchieven van de Amerikaanse nationale parken te documenteren.

Door de stabiliteit van hun omgeving lijken de fossielen ongelooflijk goed bewaard gebleven en vertonen ze gedetailleerde anatomische kenmerken.

Een van deze haaien behoort tot de soort Troglocladodus trimblei. Dit roofdier was ongeveer 3 tot 3,6 meter lang en had gevorkte tanden. Het tweede exemplaar behoort tot de soort Glikmanius careforum. Het was even lang als het eerste exemplaar en had een krachtige beet waarmee het zich kon voeden met andere haaien, beenvissen en orthocones, de voorouders van de inktvissen.

Deze primitieve roofdieren, die zich gedroegen als de huidige citroenhaaien of grijze haaien, waren waarschijnlijk aangepast aan het zwemmen langs de kust.

De rotsformatie waarin deze haaien zijn gevonden, suggereert dat ze leefden in de oude zeestraat die ooit Noord-Amerika, Europa en Noord-Afrika met elkaar verbond en het huidige Kentucky en Alabama besloeg. Deze zeestraat verdween in de loop van de tijd als gevolg van de botsing tussen Afrika, Noord-Amerika en Europa tijdens de vorming van het supercontinent Pangea.

Deze ontdekkingen bieden een fascinerend inzicht in de oude mariene biodiversiteit en onderstrepen het belang van de Mammoth-grot en zijn omgeving als ware paleontologische schatkamers. Dankzij de goed bewaarde fossielen van deze prehistorische haaien kunnen onderzoekers een beter beeld krijgen van de ecosystemen uit die tijd en van de manier waarop deze primitieve roofdieren zich ontwikkelden in mariene omgevingen die vandaag de dag verdwenen zijn. Deze nieuwe vondsten verrijken onze kennis van het verleden en herinneren ons eraan hoe belangrijk fossielen zijn voor het onderzoek naar de evolutie van moderne soorten.